Het Glarnerland is een klein, zwitserduits sprekend, kanton aan de noordkant van de zwitserse Alpen. Het kanton heeft grote hoogteverschillen; begint bij de prachtige ‘Walensee’ en eindigt halverwege de ‘Klausenpass’. De hoogste bergtop is de Tödi (3614 m), maar ook de andere bergen hebben een paar indrukwekkende toppen, zoals de Hausstock, de Glärnisch (zeer bekend van het plaatje op het gele busje zwitserse strooikaas!) en de Ortstock.
De drie belangrijkste trekpleisters voor toeristen zijn Elm, liggend in een zijdal van het Linthdal; Braunwald, gelegen op een zonneterras op de zuidhelling en het Klöntal, een prachtig dal met een groot meer, de ‘Klöntalersee. Er zijn vele kilometers wandelroute uitgestippeld, van eenvoudig tot wat uitdagender. Er zijn 5 SAC hutten te belopen in of vanuit het kanton. Ook zijn er mountainbikeroutes uitgezet en kan er gezwommen worden in één van de meren of bergmeertjes. Het dal heeft een aangenaam klimaat door de vaak aanwezige ‘warme’ wind: de ‘föhn’. In het ‘Freulerpalast’ in Näfels en de ‘Kunsthalle’ in Glarus kan er tussen de overweldigende natuur, ook nog wat cultuur worden opgesnoven.